Goudse stroopwafels
Goudse stroopwafels

Armenkoeken

De stroopwafel, of siroopwafel, is al begin negentiende eeuw ontstaan. Waarschijnlijk was Gerard Kamphuisen, die al in 1810 zijn zaak opende, de uitvinder van de Goudse stroopwafel. In een van de oudste teruggevonden recepten, uit 1840, staat dat de wafels gebakken werden van deegresten en kruimels uit de bakkerij en gevuld werden met stroop. De kruimels en ‘snippers’, afsnijdsels van eerder gebakken wafels, zorgden er voor dat de wafels knapperig werden. Omdat de wafels erg goedkoop waren werden ze ook wel ‘armenkoeken’ genoemd.


Geheime recepten

Tegenwoordig worden de wafels gemaakt van o.a. bloem, suiker, eieren, zout en gesmolten boter. Het deeg hiervan wordt in kleine bolletjes tussen het wafelijzer met het typische diamantpatroon gelegd, en worden ongeveer een minuut gebakken. Om te voorkomen dat de wafel breekt wordt deze doormidden gesneden als deze nog warm is. Daarna worden beide helften met stroop (gemaakt van o.a. boter en bruine basterdsuiker) ingesmeerd en op elkaar gelegd. Elke Gouwenaar zweert bij zijn eigen wafelbakker, want elke bakker heeft zijn eigen geheime recept, en de verschillen in smaak zijn groot.


Nog steeds populair

In de negentiende eeuw waren er ongeveer honderd stroopwafelbakkers in Gouda. Tot ongeveer 1870 bleven de stroopwafels een exclusief Gouds produkt, later werden de wafels ook op markten en feesten binnen en buiten de regio gebakken. Hierdoor verkreeg de stroopwafel nationale bekendheid. Rond 1960 waren er volgens het plaatselijke zaken- en beroepenregister nog 17 stroopwafelfabrieken in de stad. Hiervan zijn er nog vier over. Het blijft een populair produkt en de Nederlanders eten gemiddeld zo’n 20 stroopwafels per jaar.


Recept voor stroopwafels

Ingredienten voor de wafels:

  • 500 gram bloem
  • 250 gram gesmolten boter
  • 150 gram witte basterdsuiker
  • 50 gram gist
  • een beetje lauwe melk
  • een ei

Ingredienten voor de vulling:

  • 500 gram stroop
  • 300 gram donkere basterdsuiker
  • 75 gram boter
  • een theelepel kaneelpoeder

Het geheim van de stroopwafel valt uiteen in twee delen. De ene helft van het geheim is, dat je de wafels alleen warm kunt verwerken. Anders breken ze. De andere helft is dat er boter en suiker door de stroop moet worden gewerkt, waardoor deze nog stijver en nog kleveriger wordt.


Ook de bereiding bestaat uit twee delen: het bakken van de wafels en het maken van de vulling.

  • Maak van de wafel-ingrediënten een beslag. Laat u daarbij niet misleiden door het woord “Beslag”, want het wordt een vrij stevige massa die u met de handen door elkaar zult moeten kneden. Laat het deeg drie kwartier rijzen, liefst op een vochtig-warme plek. Kneed het dan opnieuw en verdeel vervolgens het deeg in balletjes ter grootte van een stevige knikker.
  • Maak vervolgens de vulling klaar. Verwarm de stroop en meng de andere ingredienten er door. Leg dan een balletje deeg in een wafelijzer en bak het aan beide kanten gaar. Licht met een mes de wafel uit het ijzer en snijdt de wafel open wanneer die nog warm is. Wacht u te lang dan zal de wafel breken.
  • Besmeer de ene wafelhelft met de vulling en druk de andere helft er op. Om te voorkomen, dat u niet snel genoeg bent om de wafels open te snijden, kunt u het bakken en opensnijden het beste met zijn tweeën doen.

Recept door: Jan Nelissen.

Bron: www.gouda-online.nl